Leerzaam maar bitter
Jacques Chapelure | 23 juni 2018Tourvrienden, warme groeten! De tijd vliegt. Zo hoor ik dat bij jullie de Langste Dag van 21 juni onmiddellijk overging in de herfst van 2018. Hopelijk gaat dat nog meevallen.
Een dag of 13 (what’s in a number?) voor de Tourstart 2018, zit ik in een precaire situatie. Een lastig parket zelfs. Merde, zoals de Fransen zeggen. Niet dat ik in Frankrijk zit. Oh nee, verre van dat. Een week of 2 geleden dacht ik, “Kom, bereid je eens voor op je 3 weken vol glorie. Neem een kijkje bij het WK-voetbal.” Achteraf geen beslissing die ik tot de gelukkigste uit mijn loopbaan reken.
De reis begon goed. Visum en perskaart op zak. Laptop gepoetst en volgeladen. En als kers op de slagroomtaart: een geldig treinkaartje. Best aangenaam, zo’n treinreis. En onderweg kun je wat aan artikelen werken. Niet alleen sport, nee, van drie weken Tourverslaggeving kom ik niet rond. Daar zijn de tarieven van Felix en Ted veel te karig voor. Een handarbeider die voor de Action produceert is financieel beter af. Dus beun ik wat bij voor andere sites en tijdschriften. Deze keer had ik een klus aangenomen voor de glossy “Bomen en Hagen”. De keuze van het onderwerp werd aan mij overgelaten. Het ging de uitgever uitsluitend om de advertentieopbrengst. Een houding die ik vaker bespeur als ik het bladenrek in de boekhandel bekijk. Maar daarover misschien een andere keer.
Mijn keuze viel op de brandhaar(d) van het meest actuele milieuprobleem dat Nederland op dit moment teistert. Een klein diertje dat helaas het soort van populisme bedrijft waardoor soortgenoten en masse achter de leider aanlopen. Ze verzamelen zich in eikenbomen om zich daar in hun eigen bubble te verkneukelen over de hinder die ze niets vermoedende passanten kunnen aandoen.
Dit alles zou een verwaarloosbaar detail van mijn reis zijn, als niet aan de grens van de Russische Federatie een drietal zwaar officiële snordragers mijn coupé had betreden. De eerste greep mij bij mijn kraag en beet me toe dat “niemand de NKVD verwacht”. Nou was die geheime dienst in 1954 al overgegaan in de KGB, dus nee, dat had ik niet verwacht. Snor 2 realiseerde zich de vergissing en bromde dat “niemand de KGB verwacht”. Gelukkig waren ze met hun drieën en wist nummer 3 te melden dat ze de FSB vertegenwoordigden, wat de geloofwaardigheid ten goede kwam. Ondertussen was ik me van geen kwaad bewust.
“Holland” en “tegenmaatregel” waren 2 woorden die ik uit hun onverstaanbaar maar niet mis te duiden tirade beluisterde. Opmerkelijk, hoe je ondanks een totaal gebrek aan kennis van de Russische taal ineens zulke sleutelwoorden begrijpt. Griezelig haast. Het moet wel een manifestatie van mijn journalistieke genen zijn. Misschien daar maar eens een apart artikel aan wijden in het tweemaandelijks academisch magazine “Genes” (niet te verwarren met het meer volkse weekblad “Jeans”).
Als je wilt, kun je altijd wat vinden. Dat bezegelde mijn lot. Door het schudden van de trein, op een rangeerterrein even ten oosten van Minsk, bevatte mijn artikel een typefout. “De dreiging van de Eikelprocessierus” stond er in vette koptekst als titel. Meer hadden ze niet nodig. Overduidelijk was hier een belediging van het staatshoofd bedoeld en of ik maar mee wilde gaan naar hun kantoor. Aangezien 2 snorren al met al mijn spullen richting perron gingen, heb ik ze maar gevolgd.
En daar zit ik nou. In afzondering, onzeker over mijn toekomst. Buiten mijn “kamer” hoor ik gejuich. Kennelijk gaat het goed met het Russisch elftal. Het is ze gegund, en als het meezit stemt het mijn bewakers mild. Supporter uit opportunisme, noem me gerust zo. Ondertussen denk ik aan die glorieuze opkomst van de Spaanse Inquisitie, zoveel beter dan wat mijn grensbewakers te berde brachten. Ach, kijk zelf maar.
Recente reacties